Luuc Kooijmans Gevaarlijke kennis; inzicht en angst in de dagen van Jan Swammerdam, 2007



Samenvatting
Het boek geeft de ontwikkeling van een aantal anatomen in de 17e eeuw met als hoofdfiguur de Amsterdamse Jan Swammerdam (1637 - 1680). Diens baanbrekende werk, combineert anatomisch onderzoek met het vermogen algemene lijnen eruit te trekken. De conclusies zijn ‘gevaarlijke kennis’. Ze ondermijnen religieus-cartesiaanse ideeën over het bestaan van afzonderlijke geesten. In die tijd werd nog het bestaan van een speciale zaadgeest bij de voortplanting veronderstelt. Hij ziet dat een slakje uit de baarmoeder meteen gaat zwemmen. In een rups zit een vlinder verscholen: dus de mogelijkheid van metamorfose, wat hij ook wel een ‘soort opstanding’ noemt. Hij bestudeert bijen en andere kleine ‘dierkens’. Met zijn studie van de luis, hoopte hij de ongelovigen over te halen tot het geloof in God. [Net als anderen, zie b.v. E. Jorinks ‘Zicht van de blinden’ over Constantijn Huygens, zag hij God in de hele natuur] . Swammerdam hoopt God ook te leren kennen via Antoinette Bourgignon. Uiteindelijk zal hij haar werk over God wel waarderen, maar haar dwingende persoonlijkheid ontvlucht hij al gauw.

Stensen is een goede vriend van Jan Swammerdam. Deze komt naar voren als een oprechte wetenschapper, beroemd fysioloog, die onderzoek doet uit liefde voor het vak; niet uit op roem [hij doet ook onderzoek naar de hersenen aan de universiteit van Leiden, waarbij Spinoza wel eens toekeek in zijn Rijnsburgse periode]. De lutherse Deen Stensen, heeft ook kritiek op Dsecartes. Hij zal op godsdienstig gebied zijn heil zoeken bij de katholieke kerk. Net op het moment dat de Deense koning hem voor een wetenschappelijke positie uitnodigt. Dat hij katholiek is geworden levert een behoorlijke vertraging op. Stensen staat in contact met de katholieke Cosimo III, die in Italië de wetenschappen bevordert. [Stensen correspondeert met Spinoza over het katholieke geloof, brief 67A, 1675, na door Cosimo III financieel in staat te zijn gesteld tot theologische studie; inmiddels is bekend dat Stensen het werk van Spinoza aan de pauselijke curie doorspeelde, waardoor het op de Index van verboden boeken kwam].

Andere figuren, die bekend zijn om hun contact met Spinoza, uit het boek zijn Coenraat Van Beuningen (de betrouwbare diplomaat en collegiant; op godsdienstig gebied bekend als remonstrants, en geïnteresseerd in Böhme, wiens navolger Gichtel hij raadpleegt), Vossius, Hudde, Christiaan Huygens, anatoom-alchemist Dirk Kerckrinck, schoonzoon van Franciscus Van den Enden, Nicolaas Witsen, John Locke, buurman van Philippus van Limborch, Leibniz, die ook kritiek heeft op Descartes, koningin Christina van Zweden, Anna Maria van Schurman en de Labadie. Het boek doet verslag over de opschudding van Lodewijk Meijers anoniem uitgegeven 'Philosophia Scriptura Interpres', [die in de anonieme Latijnse uitgave samen met Spinoza's TTP 1674 in het voorwoord Descartes de hemel inprijst: 'de auteur van deze gelukkigste en voortreffelijkste methode was de edele en weergaloze Renatus Descartes'] in 1666 en de nederlandse vertaling  uit 1667, die zo mogelijk nog meer opschudding veroorzaak: 'De philosophie d'uytleghster der H. Schrifture'. Comenius en Serrarius geven hierop ook hun kritiek.

Kooijmans mooie boek gaat jammer genoeg niet in op de op deze website benadrukte verschillen tussen Spinoza en Lodewijk Meijer (o.a. Akkerman, Willem Meijer en Thijssen-Schoute; Spinoza zelf via zijn uiteenzettingen in TPT 7, o.a. verwijzend naar Maimonides, wat impliciet kan worden gelezen als Meijer, Akkerman e.a. Briefwisseling, pg 44; tegenstellin NIL en Rembrandt, Vondel en qua intentie van NILs 'eer boven liefde': Spinoza: hoogste goed is niet roem en eer) en neemt de typering van Spinoza als  ‘rationalist’ en atheïst niet-becommentarieerd over.

 



Belangrijkste passages per hoofdstuk

I Chaos
Pg 21 Steeds meer mensen vroegen zich af of een kerk zich mocht bemoeien met de manier waarop een individu zijn geloof beleed, en vooral of het noodzakelijk was dat een kerk ook mensen voorschreef hoe ze de wereld dienden te beschouwen. Je kon je afvragen of een kerk daarvoor wel de aangewezen instantie was.

De Denen Stensen en Borch brachten een bezoek aan één van die vluchtelingen in Amsterdam, Comenius. Borch was geïnteresseerd in diens project een einde te maken aan de heersende onenigheid en onzekerheid. C verwierp de op het werk van Aristoteles gebaseerde wetenschap, want A. was een heiden en feilbaar gebleken. Het woord van A. was wet geworden onder het bewind van de antichrist, de paus, en het werd hoog tijd dat die vervangen werd door ware kennis. …Maar hij bestreed tegelijkertijd degenen die steeds minder waarde wilden hechten aan de in de bijbel geopenbaarde kennis. Naast dat van Comenius had hij ook het adres opgeschreven van diens geestverwant, Serrarius. S. was toen 60.

Door kennis en deugdzaamheid te stimuleren zou de mensheid moeten worden geprepareerd op het ontvangen van de heilige geest. Het was in ieder geval zaak dat de jeugd zo goed mogelijk zou worden opgeleid.

….Serrarius werd ook bezocht door Oldenburg; deze was huisleraar van de familie Boyle. Oldenburg vertelde Huygens, die  hij ook bezocht

pg 28 In 1661 levert Stensen al een knap boekje, o.a. opgedregen aan Borch, gedrukt in Leiden, aanbevolen door Borch bij  Deense koning

II De waarheid
Pg 32 Bij Descartes lag ongeloof op de loer, en dook spoedig op in de persoon van de beruchte jood waarover Ole Borch in Amsterdam had gehoord. Borch had na de vacantie in zijn dagboek genoteerd dat de man niet meer in Amsterdm woonde. Hij wist inmiddels dat het ging om een afvallige. Die praktisch atheist was: hij respecteerde het oude testament niet en had het nieuwe testament op een lijk gezet met de koran en de fabels van Aesopus. Maar hij scheen niettemin een deugdzaam leven te leiden en zijn brood op eerzame wijze te verdienen met het slijpen van lenzen.

Wat Ole Borch van horen zeggen had, had Henry Oldenburg vernomen van de filosoof zelf. Hij was Spinoza in Rijnsburg gaan opzoeken, geheel op grond van diens reputatie, want hij had nog niets gepubliceerd. Wel cirkuleerde onder zijn vrienden in Amsterdam een manuscript  ….. Spinoza was tot de conclusie gekomen ….. Er bestond slechts één substantie. Alles wat bestond, was onderworpen aan de natuurwetten. De rede was daarom het enig kriterium voor alle kennis.

P 33 …. Stensen ontdekt veel; heeft steeds minder hoge pet op van Descartes; veel lijkt niet te kloppen. Stensen bezoekt Swammerdam aan de Oude Schans. ……Zij krijgen samen veel contact…. Stensen nieuwe opdracht was: Descartes te lijf gaan (pg 42).

Pg 47 twijfel bij Stensen: zolang hij de illusie had gekoesterd dat hij de waarheid op het spoor was, had hij zich laten leiden door het verstand.  Hij was geneigd zich aan te sluiten bij mensen die zo veel vertrouwen hadden in het menselijk verstand. In hun kampioen, Spinoza, had hij een geestverwant gezien,  …aangesproeken door diens streng wiskundige redeneertrant  Spinoza stelde daarin nog meer vetrouwen dan Descartes.    ….Hij begon zich af te vragen of hij meer zekerheid zou kunnen ontlenen aan het geloof.

Geloof en verstand
Een groeiende groep mensen had behoefte aan een geloof dat ook voor het verstand aanvaardbaar was,…. Rationele interpretatie van de bijbel de basis zou kunnen zijn voor de hervorming.

Collegianten, pg 48 Nu hielden collegianten hun bijeenkomsten geheel zelfstandig, los van enig kerkgenootschap. Meestal kwamen ze in kleine groepjes bijeen, bij iemand thuis, vooral in Amsterdam, en van tijd tot tijd kwamen die groepjes voor een grote bijeenkomst naar Rijnsburg. ….gebeden, gezongen, ….gediscussieerd over klemmende kwesties. …. Alles kon worden gezegd – mits men de vereiste bschaving in acht bleef nemen.  …In Amsterdam openlijke bijeenkomsten op het Rokin, waarbij ook spraakmakende geleerden zich voegden als Serrarius en Comenius en de regent Coenraad van Beuningen. Ook de uit Joodse kring verstoten Spinoza.

III Op zoek naar reputatie

Het meest prestigieuze onderzoeksgezelschap was een groepje geleeerden dat aan het hof in Florence werd geprotegeerd door Ferdinand de Medicis.

Vaak gaan ze naar Saumur, ook b.v. Hudde. In Saumur ontdekt Swammerdam veel met beestjes en deelt het met Stensen.

Thévenot en Colbert werken aan een Franse ‘Societé des Sciences’.  Pg 56 Colbert voelde er wel wat voor. Ook om de jonge Lod XIV te presenteren als een genereuze mecenas, die in binnen en buitenland kunstenaars beloonde voor hun bijdrage aan de beschaving. Nadat hem verzekerd was dat dit hem roem zou opleveren, stelde Colbert de koning voor het gezelschap officiële status te verlenen. Thévenot verspreidde in Parijs de roem van Isaac Vossius, wiens boek over de ouderdom van de wereld ook in Frankrijk veel stof had doen opwaaien.

Thévenot had belangstelling voor alle terreinen van de wetenschap. Vooruitgang in kennis niet door becommentariëren van Aristoteles, maar uit de uitwisseling van resultaten van waarnemingen en experimenten. .. Hij correspondeerde met Vossius’ vriend Coenraad van Beuningen en met de jonge Christiaan Huygens. P 57 Thévenot vertegenwoordigede niet als Magalotti en Oldenburg p59 een formeel gezelschap maar hij streefde dezelfde doelen na.

Jan Swammerdam in Parijs
Bourdelet had net als Isaac Vossius onder koningin Christina gediend aan het Zweedse hof. …. Jan Swammerdam was door zijn vader in staat gesteld om een opleiding tot arts te volgen. Borch hoorde van hem de meest verbazingwekkende dingen, bij voorbeeld over slakken.. In november toonde een arts(een bekende van Ole Borch) de door Swammerdam geprepareerde kleppen.

Niels Stensen was een volledig geleerde in die tijd. p 63 Maar hoewel hij  de geleerde was die de hersenen wilde leren kennen, en anderen deden alsof ze er alles van wisten, besefte hij dat hij weinig wist. Het was zijn bezwaar tegen de volgelingen van Descartes dat ze niet er op uit waren om de waarheid vast te tellen, maar om te bewijzen dat de filosofie van Descartes klopte.

Stensen achtte het een merkwaardige zaak dat mensen meenden met hun verstand vrijwel alles te kunnen vatten, terwijl ze van hun verstand nauwelijks iets wisten. ER WERD VERONDERSTELD DAT DE HOLTEN, De ventrikels, SPIRITUS bevatten, maar neimand kon daar met zekerheid iets over zeggen.  Hij kon verzekeren dat het hart een spier was, maar het onderzoek liet nog veel vragen open, bijvoorbeeld hoe het zat met de SPIRITUS ANIMALES. Daarvan bestonden allerlei voorstellingen. P64
P65 Stensen: menselijke hersens moesten worden vergeleken met die van dieren.

P 66 Een verscheurd mens. Terwijl hij in het onderzoek elf authoriteitsgeloof afwees en accepteerde dat er geen zekere kennis bestond, had hij daar in het dagelijks leven steeds meer moeite mee.

P69. Thévenot is geïnteresseerd in documenten over China; richt zich op Vossius.

P71 Het werd Thévenot duidelijk welke opzienbarende inzichten Jan Swammerdam op het spoor was….ideeën over voortplanting van Aristoteles waren nog steeds terug te vinden in de handboeken. Swammerdam had dit nauwkeurig bestudeerd. Het meest recente (Aristoteles-boek) was Theatrum Animalium, samengesteld dor de in Lieden gepromoveerde Poolse geleerde Jan jonston, een vriend van Comenius, die alles bijeen had gebracht wat er bekend was over dieren.

Ander boek, maar gelijkend: …Er werd de lezer behalve genoegen ook morele en nuttige kennis beloofd: bij elk dier waren aan de beschrijving bijbelcitaten en beschouwingen van dichters toegevoegd. P72 

Metamorfose: het meest opzienbare aspect aan insecten was de metamorfose die veel soorten ondergingen. Ze maakten sprongsgewijze veranderingen door. Swammerdam bleef insecten etc zoeken.

P74 Grotere dieren werden geacht verstandiger te zijn, maar volgens Swammerdam werden ook insecten gedreven door wat hij omschreef als ‘een verstandige ende bijsondere geest’, die op een efficiënte manier was ingericht op zelfbehoud.

Hij stelde vast dat er zowel over hogere en lagere dieren eigenlijk heel weinig bekend was, maar dat hem inmiddels wel duidelijk was geworden dat het onderscheid dat doorgaans werd aangebracht tussen volmaakte dieren en ongedierte in elk geval geen grond had.
IV Geestvewanten
Swammerdams onderzoek had de belangstelling gewekt van Malebranche, priester geworden; Deze had Traité de l’homme van Descartes ontdekt.  Hij zag in de filosofie van Descartes het wapen dat hij nodig had om de onbevredigende scholastiek die hem was onderwezen te bestrijden. Ook Reinier de Graaf komt naar Parijs. Deze had zich eerder aangesloten bij de studenten van Franciscus deleBöe Sylvius en Van Horne: Stensen, Swammerdam, Ruysch. Later ook Matthew Slade. Aan hen laat Swammerdam zijn ontdekkingen zien. Het sloot vooral aan bij Stensen.


P 88 Voor Thévenot en Chapelain, die Huygens willen aantrekken had deze de aantrekkingskracht: hij was Aristoteles voorbij, maar geen gelovige cartesiaan.
Hoe staat Chr. Huygens tegenover Descartes. Als jongen had hij kennisgemaakt met het werk van Descartes en er een grenzeloxe verering voor gehad. Langzamerhand merkte hij dat er wel degelijk onwaarschijnlijkheden en aanwijsbare fouten in zaten. Huygens vond het spijtig dat Descartes en later zijn discipelen hun tijd met pogingen te bewijzen dat wat Descartes had beweerd de waarheid was. … In tegenstelling tot Nielsen was Huygens wel blijven geloven in de mogelikheden van het mathematisch redeneren. Over de metafysische implicaties van Descartes’ feilen maakte hij zich minder druk.

Huygens stond boven de partijen. Door Thévenot en Colbert zomer 1666 tot Colbert wordt de koning ervan overtuigd dat de Akadémie het beste door deze buitenlander kon worden geleid. Of Niels Stensen ook zou worden benoemd was nog onduidelijk. P88

P90 Een bezoek aan Italie van Niels Stensen verheugde zich erop. Maar hier was Aristoteles nog heilig. Groet namen: Malpighi, Borelli.

Stensen ontmoet een Corpus Christi-processie. Mensen zijn zo geëmotioneerd bij de hostie. De meeste protestanten doet het niets: gewoon een stuk brood. Maar dat was een verstandelijke redenering en Niels Stensen betwijfelde of het wel van toepassing was.

P 108 promotie Swammerdam
Swammerdam maakte vele vorderingen. Het beels van de ademhaling paste wel bij het mechanisch concept van het lichaam van Descartes. P 110 gedaanteverwisseling. Hij vond een insect met een enorme hoeveelheid eieren.

V Nieuws uit Italië
Stensen is enthousiast over zijn arbeidsomstandigheden aan het hof van de Medici. Toch… ontbrak het in Parijs aan strategische steun, in Florence ontbrak het enigszins aan inspiratie.

P 122. Het vorig jaar was in Amsterdam een boek verschenen waarin er voor werd gepleit om alle theologische geschillen op te lossen door hetzelfde te doen als Descartes had gedaan met de filosofie: helemaal opnieuw beginnen. De anonieme auteur (Het zal hier gaan om Lodewijk Meijers Philosophia S. Scripturae interpres uit 1666, oftewel volgens de Nederlandse vertaling van 1667, waarschijnlijk ook van Meijer: De philosophie d'uytleghster der H. Schrifture.;  zie toelichting)
In Holland was over dat boek (Lodewijk Meijer) grote ophef ontstaan, niet alleen onder orthodoxe gelovigen en predikanten, maar ook onder critici als Serrarius en Comenius. Zij hadden wel zorgen over de verdeeldheid van het christendom, maar ze waren het volstrekt oneens met de voorgesteld remedie, die zou inhouden dat het GELOOF ZOU WORDEN ONDERWORPEN AAN HET VERSTAND. Serrurius zag de aanbidding van het gouden kalf van het menselijk verstand als een signaal dat het einde der tijden nabij was. Volgens hem moest het verstand niet met het verstand worden benaderd, maar met de heilige geest, en de heilige geest bezaten alleen de ware gelovigen, die Christus navolgden. In de navolging van Christus was de oplossing gelegen, niet in het navolgen van Descartes. Dat iemand met de methode Descartes zou kunnen doordringen in de bovennatuurlijke zaken was volgens Serrurius uiterst onwaarschijnlijk, aangezien Descartes het zelfs in natuurlijke zaken al bij het verkeerde eind had.

Met het laatste was Stensen het helemaal eens, maar hij wist dat er eindeloos kon worden gebakkeleid over de vraag wat als heilige geest of goddelijke inspiratie kon worden beschouwd. P122

Na de eucharistie was hij tot de conclusie gekmen dat de roomskatholieke kerk het bij het rechte eind had.  Dit leidt na enige tijd tot diens bekering tot het katholieke geloof.

Ondertussen rondt Francesco Redi zijn onderzoek af. Redi constateerde dat de wormen voortkwamen uit eieren die insecten in het rottend vlees hadden gelegd….. Hiermee zou hij de jezuit Kircher op zijn plaats zetten.

Bekering Stensen, p125 Begin november op allerzielen 1667. Vrijwel onmiddellijk werd hij geconfronteerd met de gevolgen. Hij ontving op 9 december een uitnodiging van de Deense koning met een jaarsalaris. Hij wilde de garantie dat hij zijn geloof in Kopenhagen in vrijheid zou mogen beleven.

Onder het motto dat wetenschap zich niets moest aantrekken van laag-bij-de-grondse belangen van staten of kerken, werden er vanuit Engeland initiatieven ontplooid door Oldenburg. Opmerkelijk, want Olden burg had aan den lijve ondervonden dat de republiek der letteren zich daar niet altijd aan kon ontrtrekken na het smadelijke échec waarbij een groot deel van de Engelse vloot bij Chatham was vernietigd door de Nederlanders. Zijn correspondentie met de Fransen en Nederlanders had hem verdacht gemaakt en hij was opgesloten in de Tower. De correspondentie had hem op de beschuldiging van landverraad kunnen komen te staan, maar nadat eind juli 1667 de oorlog was beëindigd was hij vrijgelaten. Hij had Boyle laten weten dat Stensen een boek had gepubliceerd  over de spierbeweging, dat er Nederland een nieuw deeltje was verschenen van Goedaert (alchemist), en dat een Nederlander bezig was met een boek over insecten. P126

Cosimo naar Amsterdam. 133p 
Genitalia

VI Nader tot God

p147  Van Beuningen en Johann de Witt gelden als onomkoopbare diplomaten.

Het filosofie-onderwijs aan het Amsterdamse Atheneum Illustre gold als slecht en dichtbij staand aan Aristoteles. Een docent met meer affinteit met Descartes werd aangetrokken, De Rey, die niet kon worden verdacht van sympathieën voor Spinoza.
Van Beuningen had grote europese reputatie. Meer p 150. Ook verhouding met Frankrijk. Hij had eerst Frankrijk beschouwd als Hollands belangrijkste bondgenoot, maar ondekte later dat de engelsen en fransen toch achter zijn rug om een bondgenootschap hadden gesloten.

De zijderups van Swammerdam. 
Vlinder en rups; experimenten met kikkers. Swammerdam ontmoet Cosimo. Zijn boek wordt gedrukt in Utrecht en opgedragen aan Van Beuningen en aan de doorluchtige kronen van Denemarken en Zweden ‘Algemene verhandeling der bloedeloze dierkens’. De GEDAANTEVERWISSELING

P164 Reinier de Graaf studie van de vrouwelijke eicel is belangrijk; het leidt tot rivaliteit met Swammerdam, die al vaak niet zijn belangrijke ontdekkingen op zijn naam kreeg door verschillende omstandigheden. Ondertussen raakt  Swammerdam raakt faciliteiten kwijt. Van Beuningen zorgt ervoor dat Swammerdam net als Ruysch een officiële machtiging krijgt om anatomisch onderzoek te doen in de onderzoeksruimte van het ziekenhuis.

Swammerdams gezondheid is een probleem; en zijn vader wil dat hij nu een medische praktijk begint, maar Swammerdam wil verder met de insecten

p.168 Niels Stensen in Amsterdam, nog niet in Denemarken aangesteld; ontmoet Swammerdam en Thévenet. Niels Stensen wil Swammerdam overtuigen van de juistheid van zijn bekering. Swammerdam voelde zich wel aangesproken om meer aandacht te besteden aan de schepper van de natuur…. Maar religie vormde voor hem een gevoelig onderwerp omdat hij zich bewust was van het dreigende conflict tussen zijn wetenschappelijke inzichten en de behoefte om zijn geloof te behouden.

P 170 Geloof
Debatten waren toegespitst op de vraag, hoe de mens zekerheid kon verkrijgen. Stensen had die kwestie voor zichzelf opgelost, maar constateerde dat een toenemend aantal mensen het zocht in ‘mathematisch’ redeneren, dat op zo veel terreinen de sleutel tot de waarheid leek te vormen. Maar er was ook een stroming die dat beschouwde als een gevaarlijke misvatting en meende dat de mens zekerheid kon vinden in een persoonlijk rechtstreekse relatie met God. Degene die de afgelopen jaren als hun woordvoeder was opgeworpen was Serrurius, aan wie hij 9 jaar geleden met Borch een bezoek had gebracht. Hij was blijven schrijven met Oldenburg. Voor Boyle en Oldenburg was de oorspronkelijke inspiratie, het perspectief van het 1000-jarig rijk, nog niet vervaagd. Daaromwas hun interesse gewekt toen Serrurius  in 1668, 2 jaar terug, met het nieuws was gekomen dat hij bij hem in de buurt een ‘goddelijk’ licht had ontdekt. Antoinette Bourignon. Uitgebreider p 171 In Amsterdam heeft hij Comenius bij haar geïntroduceerd. Ook Boyle schrijft haar een brief.

P172 In 1668 werd het gerucht verspreid dat de Franse koning lod XIV de Turken zou verslaan.
Serrurius had Bourignon ook geïntroduceerd bij Jean de Labadie. Deze introduceerde Anna Maria van Schurman bij hem.

174 Koerbagh  Uit de geschiedenis had hij nooit kunnen opmaken dat de ware religie ooit op aarde had bestaan, en hij betwijfelde of dat ooit zou gebeuren. De ware religie zou nooit met geweld hoeven te worden verdedigd. Er was een beloning gezet op de eerste die hem zou aanbrengen p175

Niels Stensenkwam in discussies terecht in 1670 waarvoor zijn eigen overgang naar de kaholieke kerk de aanleiding vormde. De strijd was opgelaaid door de verschijning van een boek van Spinoza Deze had zijn bijbelkritiek ontvouwd.  …….  Hij had zich niet gericht op een breed publiek en anoniem en in het latjn gepubliceerd. Niettemin werd er geschokt op het boek gereageerd.

P 176 STENSEN HAD WEL SYMPATHIE VOOR SPINOZA. Zelf had hij ook gedacht dat alles in rationele termen….. Stensen was geïnteresseerd in Anna Maria van Schurman. …Van Schurman sprak op haar 60e opeens met grote stelligheid: de waarheid kon niet gevonden worden met het verstand. …als De Labadie sprak ondervond ze een grote onoverwinnelijke kracht. Het was dan of ze werd omgeven door een groot en zuiver licht en ze voelde een’salvige aangenaamheit en zoetigheit’. Stensen had bwondering voor haar piëteit, maar kon haar vertrouwen in de mystieke beleving als bron van zekerheid niet delen. Van Schurman en haar geestverwanten zeiden zekerheid te ontlenen aan innerlijke signalen, die de aanwezigheid van de heilige geest aantoonden, maar Stensen was sceptisch vanwege De Labadie. De Labadie…nadat hij uit de kerk was gegooid, zocht hij zijn toevlucht in Amsterdam, waar hij terecht kon na bemiddeling van Anna Maria V Schurman bij Van Beuningen. Stensen gaat terug naar Florence, waar Leonardo de Medicis erg ziek was.

VII Rivalen
Jan Swammerdam naar Delft na vertrek Stensen. Huygens is ernstig ziek in Parijs; maar hypochondrische melancholie. Huygens en Swammerdams vaders wilden niet dat ze dit bleven doen, maar gewoon werken als dokter en Chr. als staatsman.

Swammerdam naar Sloten; gaat daar bijen bestuderen. Hij begon naam te maken, maar zei Oldenburg, jammer dat het in het Nederlands is geschreven. Hij had merkwaardige ideeën van Theodoor Kerckrinck gelezen. Kerckrinck gebruikte de microskoop; hij had een hele goede van Spinoza, p187

Stensen en Spinoza; brief van Stensen aan S uit 1675. 
Voor Stensen vormden de beperkingen van het verstand een essentiële kwestie en hij was erop gebrand om dat de wereld te laten weten.

Hij begon de rechtvaardiging voor zijn bekering op papier te zetten; probeerde Amsterdamse remonstrantse dominee Sylvius’ bewering te weerleggen dat het katholieke geloof niet op goddelijke maar op menselijke authoriteit steunde…. Met als argument dat het protestantse idee om de theologie uitsluitend op de bijbel te baseren uiteindelijk alleen maar strijd en verwarring opleverde. Sylvius verweet hem lichtgelovigheid. Cosimo laat hem theologie studeren. Deze verwerkte hij in een uitvoerige apologie, die hij vorm gaf als een brief aan Spinoza.

Spinoza meende dat er geen andere zekerheid bestond dan een uitspraak die kon worden bewezen via de mathematische methode. Stensen zette er de zekerheid van het geloof tegenover en hij voerde vervolgens de argumenten aan waarom hij Spinoza’s filosofie verwierp. Hij erkende dat de gedachte verleidelijk was…..

Spinoza zou de relatie tussen denken en materie nooit kunnen uitleggen. Hij zou ook emoties niet kunnen uitleggen, hoogstens in hypothetische vorm. Zelfs in de aard van materie konden Descartes en Spinoza slechts hypothetisch inzicht bieden. Tegenover de hoogmoedige poging van mensen om de wereld te construeren op grond van hun verstand, stelde Stensen de nederige onderwerping aan de eeuwige waarheid van Gods woord.  Stensen voerde verder aan dat het onwaarschijnlijk was dat de principes van Spinoza, als ze ware beginselen vormden, duizenden jaren verborgen zouden zijn gebleven voor de mensheid…..

Niels Stensen beschreef de weg die hij zelf dacht te gaan. Zijn weg tot God week niet veel af van de weg die de profeten van het innerlijk licht hun volgelingen voorhielden, maar hij voerde aan dat een gelovige er bij de rooms-katholieke kerk van op aan kon dat hij kreeg wat werd beloofd. …Had mensen opgeleverd van een onberispelijke levenswandel
Zelf had hij rust en voldoening gevonden. … vertelt aan de wiskundige Viviani enthousiast over het boek over scheepsbouw van Nicolaas Witsen, een neef van Hudde.

P 191 Ondertussen Swammerdam. Deze had de tekeningen van de oragenen van de zijderups in bewaring gegeven aan Nicolaas Witsen, tezamen met een serie tekeningen over de organen van bijen.

Weer zal de Graaf hem passeren zonder zelfs zijn naam te noemen. Hij werkt eraan te bewijzen dat hij met Jan van Horne eerder was geweest. Ook op andere onderwerpen was Swammerdam eerder met bevindingen gekomen en had een betere onderzoeksmethode toegepast. Thévenot helpt niet bij de ruzie. Deze is geïnteresseerd in het boek van Witsen

VIII Oorlog
Swammerdam komt in aanraking via Johan Tielens met Antoinette Bourignon  Net als de ontslagen predikant De Labadie claimde Ant. dat ze door God was verkozen. Ze was nog geen echte christen tegengekomen. Wat het was een ware christen te zijn kon ze precies vertellen. Een ware christen stelde zich Christus ten voorbeeld en zag af van alle wereldse overwegingen om zich geheel te kunnen concentreren op zijn relatie met God.  Haar instructies….relaties verbreken …. In afzondering in een gemeenschap gaan wonen….  Geloven maakt niemand zalig, men moest ernaar handelen en zichzelf verloochenen. Ze wees iedere redelijke benadering van de religie af. Volgens haar viel God niet mte het verstand te kennen, en mensen die zoiets beweerden waren atheïsten. Wie God wilde kennen had goddelijke inspiratie nodig. Het probleem was alleen dat veel mensen niet konden onderscheiden wat goddelijke inspiratie was.....p 209.

Geestverwanten van Bourignon waren aanvankelijk Serrarius Comenius en De Labadie. De mannen waartoe Johan Tielens behoorde waren kennissen geweest van Serrurier. Johan Tielens raakt in haar ban (Serrurier niet meer), maar zij was voor hen het ‘goddelijk licht’ (geweest). Tielens licht Swammerdam in over haar.

1672 Oorlog Franse legers richting Amsterdam; eerst was Naarden al genomen. Veel vluchtelingen komen Amsterdam binnen. De Fransen eisten dat Amsterdam zich zou overgeven, maar het stadsbestuur weigerde en stelde de bevolking het verzet van Kopenhagen uit 1658 ten voorbeeld, waaraan Niels Stensen als student had deelgenomen. In Amsterdam  rukten opgewonden groepen naar de regenten, die worden bedreigd.

Leiding over het leger en bestuur moesten worden afgestaan aan de prins van Oranje. Zwaaiend met oranje vlaggen en ‘leve de prins’ roepend  op naar het stadhuis. Christiaan Huygens was daar blij mee. Want het was gunstig voor zijn familie in diens van de Oranjes. Van Beuningen zou volgens de Fransen naar Spanje zijn gevlucht, de Nederlandse legers zouden enorme verliezen hebben geleden. Hun koning kon elk ogenblik in triomf Amsterdam binnen trekken.  Toen van Beuningen hem drie jaar terug had gezegd dat oorlog onvermijdelijk was, had Chr Huygens hem al gezegd dat oorlog op den duur onvermijdelijk was…. Toen was gezegd dat alle Nederlanders Frankrijk moesten verlaten had Colbert gezegd, dat dit voor Huygens niet gold.

Fransen hielden bruut huis. Het doorsteken van dijken hielp wat.

P 213   De wetenschappelijke debatten  Reinier de Graaf toonde de door hem beschreven eiernesten bij ontleding in het ziekenhuis in Leiden en in Amsterdam werden ze getoond door Jan Swammerdam en Dirk Kerckrinck. Stensen in Denemarken is slecht geoutilleerd. Begon in het tuinhuis, voor o.a. Ole Borch.

De boodschap van Bourignon. Zij zou haar inzichten rechtstreeks aan God ontlenen. Als B. inderdaad de aangekondigde door God gezonden vrouw was…. Hij trad met haar in contact. Zij wil dat hij ook zijn onderzoek er aan geeft en het idee van een huwelijk.

De mens was geschapen om god te eren… Swammerdam krijgt angstaanvallen. Dit had Niels Stensen ook gehad. Maar sinds God hem in de rooms-katholieke kerk had gebracht was dit voorbij.

Sammerdam merkte dat de Graaf in zijn boek geen melding had gemaakt van het werk van Kerckrinck.

IX Afronden
De oude Constantijn Huygens bracht een bezoek bracht aan Swammerdam in de winter van 1674. Huygens belangstelling voor de microscoop was opgeleefd dankzij Theunis Leeuwenhoek.  Leeuwenhoek had aan Royal Society zijn werk gestuurd

Ant B antwoordde Swammerdam nog eens, dat hij alleen tot God zou komen als hij haar raad zou opvolgen. Swammerdams nicht kreeg de waarschuwing dat de ware Christen niet alleen zich moest terugtrekken, maar ook de eigen wil moest doden…aards comfort en dat ze gewoon hun verdorven driften konden blijven volgen. Concurrentie tussen Bourignon en Rothe . Hij had De Labadie gevraagd tot God te bidden wie van hen het was.

Het idee van Bourignon dat de poort naar God in de mens zelf lag had grote overeenkomsten met Böhme. Ze beweerde nooit iets van hem gelezen te hebben. Dezelfde goddelijk inspiratie, zei ze. Hij had theologische geschriften bestudeerd en gaan schrijven, visioenen gehad.

Alles draaide om het overwinnen van de hartstochten en begeerten. Daartoe moest de mens de wil opbrengen. Böhme had volgelingen gekregen. Na zijn dood was zijn werk uitgegeven door een Amsterdams koopman.  En zijn woord werd mondeling verspreeid door Georg Gichtel. Onder de bewonderaars van Böhme was Coenraat Van Beuningen. Vaak had hij verzucht dat hij zich uit de wereld wilde terugtrekken om een ambtloos en contemplatief leven te leiden. Als hij ten prooi was aan melancholieke gevoelens wendde hij zich tot Böhme’s apostel Gichtel. Hij financierde bovendien een uitgave van een boek van een medebewonderaar van Böhme die al op jonge leeftijd hoogleraar theologie was geworden aan de universiteit van Harderwijk, maar daar was weggelopen omdat hij de verwachting had dat het 1000-jarig rijk op handen was. Net als Van Beuningen was hij ooit begeesterd geweest van Descartes en daar van teruggekomen. Je kon het menselijk verstand niet verheffen boven de bijbel en de heilige geest.  …de heilige geest weliswaar onbegrijpelijk, maar Gichtel en Bohme betuigden dat hij toch kon leiden tot innerlijke zekerheid.

…Omdat in de gereformeerde gemeente vrees bestond dat er meer zielen verloeren zouden gaan, werden pamfletten geproduceeer waarin alle concurrenten flink werden aangevallen: doopsgezinden, quakers en vooral lieden als Rothe. De Labadie en Bourignon. Voor Bourignon gold eigenlijk een publicatieverbod, maar ze had ontheffing weten te verkrijgen.

Ook Stensen werd tegengehouden door de Lutherse kerk….
Diverse anatomen konden wedijveren die makkelijk konden wedijveren met grote namen uit de Oudheid: (Bartholin): Redi (Florence), Malpighi (Bologna), Amsterdam: Blasius, Ruysch, Dirk Kerckrinck, Matthew Slade en Jan Swammerdam. Stensen gevierd anatomicus geworden.

Van Lamsweede wilde een aanval doen op de mechanische verklaring van de ademhaling van Jan Swammerdam. Die deed nl een aanval op Aristoteles en diens hedendaagse navolgers.

In Parijs verscheen een anoniem boek van MALEBRANCHE, die probeert een alternatief te vinden voor de op het werk van Aristoteles gebaseerde scholastiek, die in Frankrijk op grote schaal werd aangehangen. Het ging hem er vooral om de oude christelijke dogma’s te voorzien van een nieuwe onderbouwing, die strookte met moderne wetenschappelijke inzichten. Onder verwijzing naar de bevindingen van Swammerdam publiceerde Malebranche een theorie over het ontstaan van het leven die strookte met Descartes’ overtuiging dat de natuur door vaste wetten werd geregeerd.

In een poging de voortplanting aan te passen in een mechanisch concept was hij tot de theorie gekomen waarnaar Swammerdam in zijn insectenboek al had verwezen, dat elk toekomstig organisme reeds in den beginnen was geschapen. De natuur hoefde de nieuwe organismen eigenlijk alleen uit te pakken en te laten groeien., Er bestond geen enkel empirisch bewijs voor, maar Malebranche presenteerde zijn idee als een theorie die de voortplanting begrijpelijk maakte zonder te hoeven terugvallen op het idee dat God nog dagelijks elk levend wezen apart schiep. Hij probeerde zijn idee aannemelijk te maken te maken met het beeld van de door SWAMMERDAM ontdekte vlinder en rups.

M. had beklemtoond dat experimenten maar een beperkte betekenis hadden, omdat de kennis die ze opleverden slechts zintuiglijke kennis was. Werkelijke kennis kon in mensen alleen door God worden voortgebracht. Swammerdam las het boek met instemming. Hoewel hij steeds meer erkenning ondervond, en zijn ster in de wetenschappelijke wereld rees, groeiden zijn twijfels. P 239.


…nadat de Henault een bezoek had afgelegd bij Spinoza

p246  …..dergelijke overlevingsstrategie noodzakelijk was voor dieren die voortkwamen uit wormen die onvoldoende mogelijkheden hadden om zich te bewegen….
P247 Over het afstand doen van zijn bezit wilde Bourignon hem geen specifieke raad geven.  … ze herhaalde dat ze geen raad wilde geven over S’ vragen over geheimen over de natuur.   (Dus zij pretendeerde God te kennen en dat wilde Swammerdam graag weten, Stensen had al gezien: God werkt)

….De superieure lenzen van Leeuwenhoek waren niet meer dan verbeterde lensjes van Hudde…. P248  Leeuwenhoek, die de dood van Reinier de Graaf had meegemaakt, vertrouwde op zijn beurt Swammerdam voor geen cent.

X Moeder
Cosimo geeft via Stensen aan dat Swammerdam naar hem kan komen….

P265 Cosimo vroeg Swammerdam of Bourignon meende dat een mens zalig kon worden zonder sacramenten (hiervoor had hij zelf een heilig ontzag). Bourignon: er waren in de kath heiligen die zonder sacramenten hadden geleefd. Swammerdam kiest voor Bourignon. Bourignon noemt Swammerdam ‘mijn kind, p267’.

XI Het grote werk
Bourignon: de duivel is in hem (Jan Swammerdam) gevaren, maar  … hij zei dat hij geen tijd had nog langer klusjes voor haar te verrichten.

1677 Discussie ( tussenhervormingsgezinden en radicalen, onder wie verscheidene medici uit de omgeving van Spinoza) over de vraag: kunnen medici en mensen naar eigen inzicht handelen of moesten ze zich voegen naar wat door de traditie en autoriteiit als juist werd bestempeld.

Jan Swammerdam had geconstateerd dat de maag en darmen van insecten bij gedaanteverwisseling subtieler werden en dat had hem doen denken aan een opmerking van Jacob Böhme, die had geschreven dat Adam vóór de zondeval, toen hij nog onsterfelijk was, geen darmen had bezeten.    …Swammerdam: De gedaanteverwisseling was in die zin wel degelijk te beschouwen als een soort opstanding, vond hij, p 280

De zichtbare natuur kon worden beschouwd als een soort bijbel, waarvan de bestudering nader tot de schepping kon brengen.  Wel heeft hij dan afstand genomen van Bourignon (bij wiens groep hij 8 maanden had gehoord, maar wiens karakter en eisen hem op de vlucht had doen slaan; wiens werk hij echter wel waardeert), maar niet van de inzichten, die hij de afgelopen tijd had opgedaan.

1677 schreef Weylandt, dat de mensen hem (hij hoorde toen tot de kring rond A. Bourignon) bespotten en uitmaakten uit voor quaker. Hiervan had Swammerdam geen last meer.

B. merkt dat ze haar status aan het verliezen was. Ze wil S. niet meer in haar gezelschap hebben p 282.

Tot de wetenschappelijke wereld was doorgedrongen dat Jan Swammerdam weer in Amsterdam was opgedoken. Oldenburg: ‘keer terug naar het onderzoek’, en dat was al gebeurd. Hij had slakken ontdekt die levendbarend waren.

Royal Society vernam meer over S via A. Leeuwenhoek. Deze had eitjes en… ondekt, het kwam niet overeen met Swammerdam. Hij wierp zich steeds meer op als rivaal.
Pag 284: slakje uit de baarmoeder begon onmiddellijk te zwemmen. Ook doet hij onderzoek bij bijen.

Hij deed Thévenot de groeten van Matthew Slade  Hij streefde geen wereldse roem meer na. Hij verzekerde dat ze niet waren bedoeld anderen af te kraken, of om zelf beter te lijken. Het ging om de waarheid over gods schepping, en daaraan moest recht gedaan worden.

1677 Niels Stensen (1638-1686) naar Hannover als bisschop. In september door de paus ontvangen en geweid. Leibniz (geb 1646, dan 31 jaar) was aan het hof bibliothecaris. Leibniz was verrast door de terughoudendheid van Stensen toen hij met hem van gedachten probeerde te wisselen over wetenschap. Leiniz was kritisch over Descartes;  en had gehoopt daarover met Stensen te kunnen discussiëren, maar Stensen had daar al geen belangstelling meer voor. Er was een tijd geweest dat hij ook vertrouwde op het verstand, maar God had hem tijdig doen inzien hoe gevaarlijk dat was.  … bij onderzoek naar spierbeweging had hij ingezien hoe weinig betrouwbaar de filosofie van Descartes was. Die was niet alleen zwak gefundeerd, maar ook gevaarlijk, als de logische consequentie ervan werd getrokken, zoals Spinoza had gedaan.

Dan bleef er niet meer over dan een karikatuur van religie, die geen enkele disciplinerende werking had. Elk zinnelijk genot was dan toegestaan, een vrije wil bestond niet, bidden had geen zin en op de dood volgde straf noch beloning. Dat was voor Stensen onaanvaardbaar.

Hij had nog wel waardering voor Descartes’ concept van de methodische twijfel. Mensen moesten zich er bij neerleggen dat hun verstand niet toereikend was om het leven werkelijk te begrijpen.  Stensen had besloten te vertrouwen op een ander soort begrip, dat voortkwam uit geloof. Leibniz probeerde hem te overreden dan tenminste zijn geologische studies voort te zetten.

Met Jan Swammerdam was de relatie met Stensen nog niet hersteld na Antoinette Bourignon. Swammerdam bleef gereformeerd; had geen behoefte zich tot een ander kerkgenootschap te bekeren. Volgens hem kon iedereen die God en zijn naaste lief had een plaats in de hemel krijgen.

Spermatozoa
Jan S had zich voorgenomen een complete anatomische beschrijving te geven van een luis. Redi, Hooke en Leeuwenhoek hadden de luis al beschreven, maar niet afdoende… Een beschrijving van de anatomie van het diertje zou iedereen versteld doen staan.

Locke, die in Parijs verbleef… eerst  hoorde hij over de Hollandse ontdekkingen, over het zaad etc stond hem tegen.

Maar toen Theodoor Craanen, de opvolger van DeleBoë, die hem verscheidene malen had bezocht, had gevraagd of een neef, Antonie Leeuwenhoek, iets mocht laten zien. Deze liet zien dat in het zaad van een man met ghonorrhoea diertjes zaten, evenals naar toen bleek, in gezond zaad. Het idee van Reinier de Graaf dat een nieuw individu ontstond doordat een ei werd bevrucht met een soort wasem van het zaad, kon wat Leeuwenhoek betreft op de helling, net als het idee dat elk levend wezen al in miniatuurvorm aanwezig was in een ei.

S ergerde zich aan Leeuwenhoek, die wel veel ophef veroorzaakte, maar als het ging om de interpretatie van zijn waarnemingen weinig verhelderends te melden had. Dat zich kleine diertjes in zaad bevonden werd bevestigd door Chr Huygens en Jan Swammerdam. Die meldde dit aan Thévenot. Als tussenpersoon fungeerde in Amsterdam (pag 291) Guenellon. In Parijs was hij bevriend met Malebranche .

Swammerdam dacht dat hij de luis tegen ongelovigen kon inzetten. Hij meende dat geen atheïst bestand zou zijn tegen de beschrijving van de wonderen die waren samengepakt in zo’n nietig diertje, p293, zie hier:
'Ik presenteer u ed. alhier den almaghtigen vinger Gods in de anatomie van een luijs.'

Huygens liet S wat zien: hij kon demonstreren dat waterslakken levendbarend waren  met microscopen ontwikkeld door Hartsoeker. Vroeger Huygens meer gericht op telescoop-lens; nu microskoop. Guenellon introduceerde Hartsoeker bij het groepje onderzoekers. Ook Boyle hoorde dat Huygens heel goede microscopen meenam. Het werd hem geschreven door John Locke.

Niels Stensen maakte zich steeds meer los van aardse begeerten; ging steeds soberder leven; Bourignon komt in problemen

P 303  Bevriende collega’s van S: Slade, Schrader en Fredrick Ruysch. Swammerdam verzwakt. 1680 de ziekte bij S speelde weer op. Laatste wil, doodsstrijd. Swammerdam is 43 geworden. Begraven in Waalse kerk aan de oude Zijds Achterburgwal.

Een jongen makt bekend, dat hij wordt geslagen door Bourignon. Ook anderen ontvluchtten haar gedrag; ze stierf 8 maanden na.

Swammerdams manuscripten gaan naar Thévenot.

XII De val
De serieuze onderoekers zaten intussen met de handen in het haar: de waarnemingen waren gevorderd tot op het niveau van de spermatozoa, maar de verklaring van de waarnemingen stagneerde en een nieuw systeem was nog lang niet in zicht.

Zo nu en an werd de wereld nog herinnerd aan Swammerdam, onder meer door Nicolaas Malebranche, die na de verhandeling over de natuur waarover hij met Swammerdam had gecorrespondderd, een serie dialogen over metafysica uitgaf, MET UITVOERIGEPASSAGES OVER INSECTEN EN HUN METAMORFOSE. Volgens Malebranche zou je kunnen zeggen dat de mens op aarde zich verhield tot een mens in de hemel als een rups tot een vlinder.  Orde kon niet ontstaan uit chaos. Het leek Malebranche dat de ingenieuze structuur van insecten onmiskenbaar wees op een wijze voorzienige schepper.  Tussen neus en lippen vermeldde hij dat de bijenkoning in feite een bijenkoningin was (een ontdekking van Swammerdam).

P 309 Sinds 1684 maakte John Locke deel uit van het medisch onderzoeksgezelschap dat Matthew Slade na de dood van Swammerdam in stand hield. Locke werd op de hoogte gebracht van de betekenis van het werk van Swammerdam en kocht onmiddellijk diens boeken. Locke was ook geïnteresseerd in de psychische problemen waarmee  Swammerdam had geworsteld p 309  Volgens hem voor een belangrijk deel te wijten aan een gebrekkig concept van wat begrippen als kennis en geloof eigenlijk inhielden, en hij was bezig hier een boek over te schrijven. Guenellon had hem meegenomen naar een spectaculaire ontleding leeuw en introduceerde hem bij medisch gezelschap en bij buurman: de remonstrantse theoloog Philippus van Limborch. Locke bleef de bijeenkomsten bijwonene en wisselde regelmatig met gedachten met van Limborch, vooral over de kwestie waarover Jan Swammerdam was gestruikeld: de relatie tussen kennis en geloof, p 310.

Locke had studie gemaakt van het VERSTAND. In 1684 werkte hij aan een publicatie oever het onderwerp in Essay concerning human understanding.  Hij was weliswaar niet Swammerdams werkwijze te weten gekomen maar van Coenraat van Beuningen had hij wel protectie gekregen.  Locke had weinig goede woorden voor de medische professie.  Toen in Genève een bloemlezing werd samengesteld die moest dienen als de stand van het anatomisch onderzoek, werden daarin behalve bijna al het werk van Malpighi, Stensen en Swammerdam genoemd, en ook wat van Slade, over de voortplanting en de groei van embryo’s.

John Locke werd in Engeland beschuldigd van verraderlijke activiteiten Toen Willem II Iin 1688 James II van de troon stootte was Engeland weer veilig voor Locke. Hij bleef in contact met de Amsterdamse medici.  Slade raakte  in gedeprimeerd: mensen zonder eruditie meenden te kunnen genezen volgens oppervlakkige, ongefundeerde, zogenaamde ‘cartesiaanse’ principes Maakte er een karikatuur van.

Martthew Slade in Oxford, 1689. Bekijkt boeken en manuscripten van Isaac Vossius. Deze had sinds 1670 in Engeland gewerkt en was afgelopen winter. P313 gestorven. Slade schreef Locke, die had bezorgd geschreven naar Amsterdam Johannes Hudde had Locke gevraagd om Slade onder zijn hoede te nemen.

Bleek mee te vallen met Slade. Hudde hoopte dat Locke Slade in de gaten zou houden; dat Slade gek geworden zou zijn, het gerucht, daarop zat Hudde niet te wachten. Hij had al weerstand meegemaakt, ook over Swammerdam met Bourignon p315

De schroef ging los bij Van Beuningen, medestander van Hudde. Hij had problemen met vrouwen, o.a. Jacoba Bartelotti, p 318 en 319. Van Beuningen uit zich als profeet; veel godsdienstigheid er doorheen; doet buitensporige speculaties.. Van Beuningen was het gesprek van de dag ook Londen, Willem III, aan secr Constantijn Huygens.

Oxford, dec 1689  Van Beuningen onder curatele; Slade liep nog vrij rond. Maar deze sterft. Van Beuningen werd vastgehouden in zijn huis aan Binnen Amstel, p322. 

Inzicht en rechtlijnigheid: klassieke wijsheid en christelijke traditie hadden niet hun waarde, maar wel hun onaantastbaarheid verloren. Niels Stensen werd in het grote werk van rivaal Borelli gekraakt op het punt van de spierbeweging. Deze had vastgehouden aan zijn eigen theorie ondanks Stensen en Swammerdam.

Voorjaar 1681 post uit Hamburg van Dirk Kerckrinck, die hem eraan herinnerde dat ze elkaar in Amsterdam hadden ontmoet. Destijds had hij van zich doen spreken met opzienbarende theorieën over de voortplanting en de groei van de foetus, die door Stensen, Swammerdam en de Graaf niet helemaal serieus werden genomen. Maar Stensen en Kerckrinck hadden een belangrijk punt van overeenkomst: ze hadden zich beiden vanuit de invloedssfeer van Spinoza bekeerd tot de roomse kerk. Stensen had destijds in Kerckrincks werk zijn eigen overtuiging teruggevonden dat mensen zich erbij neer moesten leggen dat hun verstand ontoereikend was om werkelijk door te dringen in de schepping. Kerckrinck bood aan om in Hamburg op te treden als gevolmachtigde van de vorst van Toscane. Hij zou daar tevens als stut voor de katholieken kunnen dienen. Aanbevolen door Stensen bij Cosimo, wordt Kerckrinck in 1681 diens resident. Connecties met Hamburg. Daarvoor moet hij latijn studeren en had dat gedaan bij een wegens subversieve opvattingen beruchte voormalige jezuïet (Franciscus van den Enden, M.B.), samen met Spinoza. Vervolgens had hij bij DeleBoë in Leiden gestudeerd en in Amsterdam naam gemaakt als ontleder en chemicus. Toen de jonge Cosimo in 1667 op bezoek was, was Kerckrinck een van degenen die hij met een visite vereerde. Vanwege het huwlijk (met Van den Endens dochter Maria Clara) was Kerckrinck overgegaan tot het katholieke geloof. Toen van den Enden was onthoofd, was hij vertrokken naar Italië en hij liet vervolgens huizen bouwen in Hamburg. In 1683 werd hij apostolisch vicaris.

In het lutherse Hamburg had Kerckrinck voortdurend moeite vanwege zijn geloof. Met Stensen ging het ook erg slecht. Hij vastte veel. Woonde daar ook, wilde terug naar Italië. In opdracht van de paus kreeg hij in 1686 opdracht naar Schwerin te gaan (vanuit Hamburg). De missie duurde langer dan verwacht. Stensen was verheugd dat hij kon vertrekken. Stensen overlijdt in hetzelfde jaar.

Leibniz kwam bij Kerckrinck informeren naar de papieren van Stensen, maar die zei dat alles naar Cosimo was gebracht. Kerckrinck stuurde twee door Stensen geprepareerde kalfsharten naar Frederick Ruysch. Boerhaave en anderen herriepen de theorie van Stensen over de spier (hart) in een heruitgave van het werk van Borelli.

Stensen standpunt over fossielen werd verdedigd door Malpighi. Hij had met onderzoek naar kuikens geprobeerd de theorie van Nicolas Malebranche te toetsen dat het embryo ‘gepreformeerd’ in het ei zou bestaan. Malpighi had zijn nog onuitgegeven manuscripten vermaakt aan de Royal Society.

Onregelmatige pols en sombere gedachten ook bij Christiaan Huygens. Deze woonde na dood vader zomers op Hofwijck. Hij Hield zich bezig met het licht, klokken en bij llvagen met ‘kleinene dierkens’.
1694 last van kwalen, onregelmatige pols. Newton had ook een inzinking gehad.  Hij ging over god nadenken, pg 335. Er werd veel gesproken over de liefde Gods, maar liefde was een woord voor een menselijke emotie. Wat konden mensen zich anders voorstellen. In
1695 heeft Christiaan Huygens een diepe inzinking. Op een dag stak hij een marmeren knikker in zijn keel. Zijn knecht hoorde het en verwijderde hem. Hij is minder bang voor doorliggen dan voor zijn zieleheil; is orthodox godsdienstig opgevoed.
Einde nabij, hij sterft in 1695.

Ook Robert Hooke ging kijken door microscoop naar waterdruppel: talloze beestjes.Verklaring voor de verschijnselen, pg 339

John Locke had zich er langdurig in verdiept. Wat hadden de beperkingen van het verstand voor implicaties voor de manier waarop mensen hun leven konden inrichten? Vooral lettend op de verhouding rede en geloof. Zintuigelijke waarneming en reflectie. Geloof bestond uit het voor waar aannemen van uitspraken van lieden, die krediet kregen omdat ze claimden dat ze uitspraken ontleenden aan God. De grote vraag was HOE ZULKE UITSPRAKEN (OVER GOD) KONDEN WORDEN GETOETST.

Toetsing was noodzakelijk omdat anders iedere willekeurige openbaring moete worden verheven tot de status van waarheid en Locke vond dat de rede daarbij het enige kriterium kon vormen. Het ging niet zo zeer om de inhoud van de openbaring, als wel om het bewijs dat een openbaring afkomstig was van God.
Nadat zijn ‘Essay concerning human understanding’ was gepubliceerd, besloot hij nog een hoofdstuk toe te voegen over de profeten en het innerlijk licht. Hij bezocht zelfs de navolgers van De Labadie en had adaar in zekere zin wel sympathie voor. Volgens hem was de boodschap van het christendom simpel, en hadden de mensen geen behoefte aan dogma’s maar aan praktische richtlijnen.

Reason must be our last judge and guide in everything, luidde zijn volle overtuiging (Locke)

Epiloog

Thévenot stierf in 1692. De manuscripten van Swammerdam lagen nog altijd in zijn bibliotheek (Swammerdam Overleden in 1980); naar schilder Jean Joubert, dan Duverney, p341; het prepareren van Swammerdam en befaamd gemaakt door Ruysch. Het duurde tot 1637 voor Swammerdams werk in Boerhaaves ‘Bijbel der Natuure’ werd afgebeeld. Swammerdam is dan al 57 jaar dood.

Niels Stensen was al 300 jaar dood toen hij erkenning kreeg en in 1974 HEILIG werd verklaard.